Op zondag 23 juni woonde ik de presentatie bij van Shanti Singhs nieuw uitgekomen publicatie: Na de komma, Hindostanen en de erfenis van het kolonialisme . Een essay uitgekomen in de reeks voor noodzakelijke ideeën bij uitgeverij De Geus (2024).
In deze publicatie zet Singh op luchtige en plezierige wijze Hindostaanse vrouwen van Toen en Nu in de schijnwerpers. Heel creatief introduceerde ze de vrouwen die in het boek terugkomen via een literaire catwalk.
Net als veel jonge Hindostaanse vrouwen anno 2024 gaat Singh op zoek naar de geschiedenis van haar voormoeders en de invloed daarvan op de identiteit van jonge vrouwen nu. De auteur noemt het “op zoek gaan naar de ziel van mijn Hindostaanse afkomst”. Ze is gefascineerd door de vraag wie de pioniers, verzetstrijdsters en feministen zijn uit de vorige en huidige generaties.
Voor lezers die weinig weten van de geschiedenis van vrouwen in de kontraktarbeidperiode en de nieuwe generatie feministen uit de Hindostaanse community geeft dit makkelijk leesbare boek op eenvoudige wijze toegang tot informatie over wat bekend is over vrouwen in de periode van kontraktarbeid en de stemmen uit de huidige vrouwenbeweging.
Hoe vult de huidige generatie emancipatie en feminisme in?
De nieuwe generatie feministen in Nederland die hier is geboren verdiept zich meer dan vrouwen die vlak voor en na de onafhankelijkheid van Suriname migreerden, in de geschiedenis van de kantrakivrouwen. Het past in de ontwikkeling dat Hindostaanse vrouwen in de diaspora die op zoek gaan naar de geschiedenis van hun voorouders en met die kennis op vaak kunstzinnige wijze vormgeven aan hun culturele identiteit waarin elementen uit Nederland, Suriname en India samenkomen.
Hoe verbeelden deze didi-log die identiteit
Nazrina Rodjan portretteert kantraki vrouwen, Pravini Baboeram was de drijvende kracht achter het standbeeld van Janey Tetary die nu op het Onafhankelijheidsplein en in Paramaribo staat. Wedica Premchand vraagt zich af of er verhalen of documenten zijn over Queervrouwen in die tijd. Wedica is een voorbeeld voor vrouwen die een huwelijk aangaan , maar zich realiseren dat ze zich aangetrokken voelen tot vrouwen. Wat een moed en oprechtheid om dit met je man te bespreken en uit het huwelijk te stappen. Zhunaysha Gajadhar één van de oprichters van het platform Sarnami Bol werkt aan de herwaardering van het Sarnámi en spreekt over het belang daarvan voor de Hindostaanse identiteit. In het interview dat Singh met haar doet benoemt ze bijvoorbeeld hoeveel respect het gebruik van het woord Bhaudjie (aanduiding voor schoonzus) uitdrukt. Singh zelf publiceert over Hindostaanse vrouwen en hun weg naar emancipatie .De verhalen over haar eigen voormoeders die ze optekent inspireren haar.
Onze Voormoeders
Wie waren deze kantraki vrouwen, hoe overleefden ze de kontraktperiode, kwamen ze in verzet? Hoe waren hun relaties met mannen? Er was een tekort aan vrouwen in de kolonie. Singh citeert Anita Nanhoe die schrijft dat het leven in beginperiode van kontraktarbeid vrouwen meer vrijheid gaf en autonomie. Ze waren economisch zelfstandig(ze verdienden hun eigen geld), konden meerdere relaties aangaan omdat er een tekort was aan vrouwen. Ijjat had niet meer zo’n impact .
Maar maakte het loon dat vrouwen verdienden ze economische zelfstandig?
Gezien de lonen die de kantrakis verdienden kan je daar nauwelijks van spreken.
Het aan gaan van meerdere relaties, het leven in konkubinaat, heeft weinig te maken met zelf beschikking over je lichaam en regie over je eigen leven. De kantrakivrouwen verdienden wel geld, maar lang niet genoeg om economisch zelfstandig te zijn. Het onderhouden van losse relaties met verschillende mannen moet eerder in verband worden gebracht met armoede om zo het hoofd boven water te houden.
Er zijn voor zover ik weet geen cijfers bekend over de aantallen kantrakivrouwen die op deze manier leefden. Singh geeft uit de literatuur wel twee voorbeelden van vrouwen die een relatie onderhielden met twee mannen zonder dat de mannen er problemen mee hadden.
Bhagwanbali en Sitaram benoemen dit verschijnsel maar geven geen cijfers over aantallen. Wel dat de gevallen in rechtbankverslagen werden beschreven.
Een taak voor nieuwe generatie feministische onderzoekers om de zoektocht naar informatie hierover uit de archieven voort te zetten.