Sitla Bonoo Vrouwenkrant Ashanti en Tetary; uit de schaduw van de archieven

Reacties zijn gesloten

Sitla Bonoo Vrouwenkrant Ashanti en Tetary; uit de schaduw van de archieven 

Al rondkijkend in de Amsterdamse boekhandel Perdu, viel mijn oog op een dikke vrouwenbundel. Dat bleek een bundeling te zijn van Umoja Zwarte Vrouwenkrant dat van 1985 tot 1986 uitkwam. Het is in twee jaargangen,  gerepublished  onder redactie van o.a. Ans Sarianamual. Ik was zo verrast om een zusterkrant in mijn handen te hebben. In de jaren 80 was ik actief in de Surinaamse vrouwenbeweging en  betrokken bij   de oprichting van de Surinaamse vrouwenkrant Ashanti (Onvrede). Tot voor kort stond ik helemaal niet stil bij het werk dat was verzet door gekleurde vrouwen in de tweede feministische golf in de jaren 80. Het is al weer 40 jaar geleden. Who care’s? Die roerige tijd is verleden tijd.

Moderne geschiedenis van  vrouwen en  het belang van archivering

Geschiedenis is niet alleen van wat zich in het verre verleden heeft afgespeeld. Ook  de strijd voor gelijke rechten die zich gedurende ons leven  afspeelt is geschiedenis. Regelmatig word ik  benaderd door jonge  vrouwen die de geschiedenis van Ashanti willen optekenen. Ze zien ons een beetje als levende archieven, en willen die ongeziene strijd en herinneringen opnieuw documenteren. De historie van de Surinaamse  vrouwenbeweging zit in het geheugen en de persoonlijke archieven  van vrouwen die zich altijd als uitgesproken  feministen hebben benoemd. En in de uitgegeven kranten en  de herinneringen van vrouwen die er nu nog zijn. Reclaimen is een manier  waarbij de generatie  vrouwen van nu die met emancipatie en feminisme bezig zijn, willen leren uit de geschiedenis van de feministische vrouwenbeweging. Ze bevragen ons over de werkwijze, strategieën en publicaties die in de gekleurde vrouwenbeweging gebruikt werden ter inspiratie. In de krant Ashanti beschreven we  de geleefde ervaring van Surinaamse vrouwen in de grote migratiestroom die op gang kwam na de onafhankelijkheid van Suriname. We waren onderdeel van een brede  vrouwenbeweging en gaven stem aan wat Surinaamse vrouwen uit de lagere inkomensgroepen bezig hield. De beschreven ervaringen en actiepunten worden nu gezien als kennisproductie van gemarginaliseerde groepen.  De beweging zette door hun acties hun eisen op de politieke agenda. Kennisproductie gebeurt dus niet alleen aan universiteiten, maar ook in sociale bewegingen. [1]Eline  Westra deed in haar proefschrift een bottum up verkenning van sociaal burgerschap in de jaren 80 adhv artikelen in Ashanti. Ze onderzocht de invloed van migratie op de toegang tot sociale rechten. Ashanti legde in haar artikelen politieke claims op sociaal burgerschap. Ze stelt de vraag  of er sprake was van gelijkwaardig burgerschap en welke uitsluitingsmechanismen werden ervaren.

De nieuwe generatie duikt ook in de traditionele archieven en doet research  naar de geschiedenis van de vrouwenbeweging en de stem van gekleurde vrouwen daarin. Het geheugen van de (witte) vrouwenbeweging wordt bewaard in de archieven van het kennisinstituut voor emancipatie  Atria, vroeger het internationaal archief voor de vrouwenbeweging. Je kunt er informatie vinden over de  “zwarte vrouwenbeweging”in Nederland. Zwart wordt hier gebruikt als politieke aanduiding en niet als etnische aanduiding. In het Atria archief kun je nauwelijks iets vinden over emancipatie/feminisme van Surinaams Hindostaanse vrouwen. De jaargangen van Ashanti kun je wel daar raadplegen net als in de Black Archives. Bij de oprichting van het blad werd gekozen voor een Hindostaanse naam , omdat het onvrede betekent. Hindostaans is ook Surinaams was de argumentatie van vrouwen die het eerste nummer uitbrachten. De meeste Surinaamse bladen hadden toen een naam in het  Sranan Tongo. De vrouwen van toen waren zich wel bewust van hun culturele identiteit. Gharietje Choenni en Chitra Gayadin publiceerden bv  gedichten in het sarnámi. Echter de meeste oprichters werkten vanuit een socialistisch feministische visie waarbij het blad zich op  alle Surinaamse vrouwen richtte. De nieuwe generatie  Hindostaanse vrouwen gaat  terug naar hun eigen community  op zoek naar informatie over hun (voor)moeders. De Hindostaanse vrouwen die betrokken waren bij de oprichting van Ashanti zien ze als rolmodellen. Ze maken films, schilderen, maken podcasts, tentoonstellingen, dansproducties, schrijven romans. Hindostaanse vrouwen voegen zich op deze manier zelf toe aan  het collectieve geheugen van de vrouwenstrijd.

Ook  Janey Tetary komt uit de schaduw van de archieven

Janey Tetary is intussen een veelbesproken contractarbeidster bij Surinaamse historici. Ook de geschiedenis van vrouwen in de contractarbeid periode  heeft een beperkt archief. Vrouwen worden nauwelijks uit de schaduw van de archieven gehaald. Er waren geen vrouwenorganisaties die voor hun belangen opkwamen. Bij het graven in Koloniale Verslagen komen wel individuele namen van vrouwen  naar boven. De opstand op Zorg en Hoop op 25 september 1884,  waar Tetary aan deelnam wordt genoemd door verschillende historici: Anton de Kom schrijft in zijn beroemde boek Wij slaven van Suriname al over die opstand. Het boek is in 2020 opgenomen in de canon van de Nederland.

De Zorg en Hoop opstand wordt ook door Motilal Marhe en wijlen Benjamin Mitrasing in de  op 5 juni 1978 uitgekomen brochure  Mathura Ramjanee en Raygaroo beschreven. Ze baseren zich op het Koloniaal Verslag van 1885 pag 4. Het verslag beschrijft het dood van een vrouw. In de kanttekening schrijven ze: “let op de rol van de vrouw. Wat kan de reden zijn van deze uitvoerige beschrijving? Het demonstreren van verdorvenheid zelfs bij immigrantenvrouwen? Respect voor de vrouw en daardoor deze uitvoerigheid ter rechtvaardiging van haar dood? Of camouflage van deze moord in koelen bloede. Het gaat om Tetary, echter Marhe en Mitrasingh doen geen verder onderzoek naar haar, maar ze stellen de vragen die een historicus zich zou moeten stellen.

Radjinder Bhagwanbali doet  33 jaar later verder onderzoek naar de opstand op plantage Zorg en Hoop in zijn publicatie Tetary de koppige ( Amrit 2011). Hij vindt de naam van die vrouw in het verslag van de Procureur Generaal Barnet Lyon aan de gouverneur van Suriname 30 september 1884 in Ministerie van Koloniën 1850-1900; Resolutien 1-3 december 1884; Inv.nr 3813. Koloniale verslagen werden opgesteld door het Ministerie van Koloniën in Nederland en in het begin van elk jaar vastgesteld over het afgelopen jaar.

Intussen kwam er documentaire over haar uit, er is een song geschreven, er worden straten naar haar genoemd. Er kwam in 2017 een standbeeld in Suriname . Onder het motto “Tetary moet opstaan” werd geld  ingezameld door vrouwen in Nederland voor een standbeeld in Suriname. Het standbeeld kwam in de plaats van het borstbeeld van Barnet Lyon agent generaal van … en belangenbehartiger van de contractarbeiders. Het staat prachtig op de plek van Barnet Lyon op het mooie Onafhankelijkheidsplein.

Is Janey Tetary een invented of een hidden hero

Tetary wordt hiermee nog meer uit de schaduw van de archieven gehaald. Ramsoedh noemt dan het verhaal van Tetary een epische verdichting. Tetary is een  invented hero. Een verhaal is geen verhaal. Niemand kent haar in de bronnen en in orale overleveringen[2]. Hier spreekt een traditionele historicus. Om van betekenis te zijn moet je in veel bronnen genoemd worden. Mensen moeten over je gepraat hebben. Er moeten krantenartikelen zijn uit die tijd. Ze is niet belangrijk genoeg, ze voldoet niet aan de criteria die de wetenschap stelt.

Epische verdichting

Ik heb opgezocht wat epische verdichting betekent; het toeschrijven van daden en gebeurtenissen aan één persoon die in feite door anderen verricht c.q. aan anderen overkomen zijn. Mijns inziens past de definitie niet op het verhaal van Tetary. Ze komt samen met andere contractarbeiders in opstand. De rol van vrouwen wordt meestal over het hoofd gezien of geen aandacht aan besteed is. Het is uitzonderlijk dat een vrouw meevecht met de mannen in een opstand. Waarom zou een individuele contractarbeidster die is gedood bij een opstand niet als voorbeeld mogen dienen voor al die andere contractarbeidsters die geen gezicht hebben gekregen in geschreven of orale bronnen?

Het ontbreken van orale bronnen.

Orale bronnen zijn er meestal over mensen die een dominante rol hebben gespeeld in een bepaalde tijdsperiode. De verhalen van arme  contractarbeiders werden niet opgetekend, behalve als ze in verzet kwamen. De verslagen werden opgesteld door het koloniaal gezag. De strijd van contractarbeiders , hun 40 opstanden kunnen naar mijn mening worden gezien als sociale bewegingen toen. Ze streden voor betere werkomstandigheden, een beter loon, betere huisvesting. Met de opstanden zetten ze hun eisen op de politieke agenda en werden daarom doodgeschoten .In het koloniaal verslag werd vermeld dat “die bestraffing den gewenschte indruk heeft teweeg gebracht en is het weder rustig geworden en is het prestige van het gezag dat veel geleden had zeer verbeterd”. Aan u om te beoordelen of onbekende contractarbeidsters en het leed dat onze voormoeders hebben doorstaan  in de persoon van Tetary geëerd of verzwegen moeten worden.

[1] . Eline Westra  (Claiming and contesting, postcolonial citizenship. Political struggles over the rights and belonging of surinamese –dutch citizens pag.111-123

[2] Hans Ramsoedh Surinaams Onbehagen pag282